bio RJS van Muziekweb / van Eigen Bodem

Van Eigen Bodem: Robert Jan Stips

Op 4 februari 2015 vierde Robert Jan Stips zijn 65e verjaardag. Daarom is deze aflevering van ‘Van eigen bodem’ gewijd aan deze veelzijdig muzikant die onder meer bekend werd als toetsenist van Supersisteren Nits. Hieronder zijn een aantal fragmenten van Stips’ muziek te beluisteren.

Robert Jan Stips kwam op 4 februari 1950 ter wereld in Den Haag en in die stad richtte hij als dertienjarige ook zijn eerste bandje op: The Blubs. In 1967 ontstaat Supersister, één van Nederlands eerste progressieve rockgroepen. Het geluid van het kwartet herinnerde aan dat van Engelse tijdgenoten als Soft Machine en Caravan. Ook de humor van Frank Zappa klonk er in door. Supersister bracht in vijf jaar tijd vier platen uit en trad veel op, onder meer als één van de weinige Nederlandse groepen op het legendarische Kralingen Pop Festival. She Was Naked, afkomstig van Present from Nancy, werd in 1970 zelfs een top-40 hitje.

Supersister – She was naked

Een dag nadat Supersister uit elkaar viel, stond Cesar Zuiderwijk op de stoep bij Stips met de vraag of hij geen zin had om met Golden Earring te toeren in de Verenigde Staten. “Die tour was een soort jongensdroom” zou Stips er later over zeggen. De samenwerking beviel zo goed dat Stips voor de albums Switch (1975) en To The Hilt (1976) werd aangenomen als vast Earring-lid.

Golden Earring – Nomad

In 1977 trad Stips toe tot Sweet d’Buster. Die groep was twee jaar eerder opgericht door saxofonist Bertus Borgers (net als Stips een soort los-vast bandlid van de Earring) en twee oud-leden van Cuby & The Blizzards. De soulvolle bluesrock van Buster viel vooral op het podium goed in de smaak bij het publiek.

Sweet d’Buster – Can’t buy me love

Gedurende zijn jaren bij Sweet d’Buster werkte Stips ook steeds meer als producer. Dat werk trok zo aan hem, dat hij uiteindelijk Sweet d’Buster verliet. Stips produceerde platen van Gruppo Sportivo, Vitesse en The Nits. Stips en Nits klonk niet alleen op papier als een gouden combinatie en in 1985 treedt hij toe tot de band. De muziek van Nits is tegelijk kunstzinnig en toegankelijk en met Stips in de gelederen neemt de groep een vlucht. Ook in het buitenland (Duitsland, Frankrijk en Finland) doet Nits het goed. Voor Nits schreef Stips het orkestrale werk Hjuvi.

Nits – Audidendes part 1

Een samenwerking van Nits met Freek de Jonge onder de naam Frits leverde het album Dankzij de dijken (1995) op. Twee jaar later scoort Stips op respectabele 47-jarige leeftijd zijn eerste nummer-1 hit. Freek de Jonge’s Leven na de dood, een humoristische vertaling van Bob Dylan‘s Death is not the end, is niet van de radio af te slaan.

Freek de Jonge & Stips – Leven na de dood

Daarnaast bracht Stips enkele solo-albums uit, werkte hij met Bart Chabot en Ardy Beesmer samen in De Geheelontkenners, en componeerde hij ook filmmuziek (onder meer voor de tv-serie 12 steden, 13 ongelukken). Naast zijn huidige werk met Nits en Freek de Jonge houdt Stips zich de laatste jaren bezig met een aantal bijzondere projecten. Zo schrijft hij in 2000 muziek bij de Rembrandt-tentoonstelling in zijn geboortestad Den Haag en is O Die Zee een ‘Homerische rockopera’ over de Nederlandse kust. Ook op 65-jarige leeftijd blijft de toetsenist actief. Sla zijn Bandcamp-pagina er maar op na waarop ook veel muziek als ‘download only’ is te vinden.

(PdK)